Ik heb vernomen dat als een (moslim) kind overlijdt vóór de pubertijd, het als een vogel in het paradijs zal zijn. En op de dag des oordeels zullen ze bemiddelen voor hun ouders. Hoe zit het met daarna? En zijn ze dan alsnog vogels voor altijd? En is er een onderscheid in de kinderen van de gelovigen en de ongelovigen?
Bismi Allaahi Ar-Rahmaani Ar-Rahiem
(In de naam van Allaah, de Erbarmer, de Meest Barmhartige).
Alle lof komt Allaah toe, vrede en zegeningen zij met de Boodschapper van Allaah, zijn familieleden, zijn metgezellen en degenen die zijn leiding volgen.
De moeder van de gelovigen Aisha radhiya Allaahoe anhaa zei dat de Boodschapper van Allaah, salla Allaahoe aleihi wasallam, was uitgenodigd op de begrafenis van een kind van de Ansaar en ik zei tegen hem:
“Succesvol is dit (kind); een vogel van de paradijsvogels. Hij deed geen kwaad en het kwaad heeft hem niet bereikt”.
De Boodschapper van Allaah, salla Allaahoe aleihi wasallam zei:
“Denk je dat, O Aisha? Allaah schiep mensen voor het Paradijs; Hij schiep hen ervoor terwijl ze in de lendenen van hun vaders waren. En Hij schiep mensen voor de Hel; Hij schiep hen ervoor terwijl ze in de lendenen van hun vaders waren”.
Overgeleverd door Moeslim, Aboe Daawoed, An-Nasaa-ie. Authentiek bevonden door El-Albaanie in Sahieh An-Nasaa-ie.
Wat wordt met deze Hadieth bedoeld?
Sheych Ibn Baaz rahimahoe Allaah (overleden 1999/1420 H) legt deze overlevering uit. Hij zei:
“De Boodschapper van Allaah, salla Allaahoe aleihi wasallam maakt aan Aisha radhiya Allaahoe anhaa duidelijk dat zij niet mag getuigen dat een bepaalde persoon naar het Paradijs of naar de Hel gaat, ook al is het een kind. Omdat hij een volgeling van zijn (ongelovige) ouders kan zijn. Zijn ouders zijn niet moslim, zelfs als ze het laten blijken. Een persoon kan zich als moslim vertonen, uit hypocrisie, en zijn moeder ook. Dus men moet voor niemand getuigen dat hij/zij naar het Paradijs of naar de Hel zal gaan, ook niet een kind. Er wordt zeker niet gezegd: “Dit is een van de mensen van het Paradijs.” Men weet namelijk niets over de toestand van zijn ouders en de kinderen volgen immers de ouders.
En wie op jonge leeftijd stierf en niet tot de moslims behoorde, zal op de Dag van de Opstanding worden getest. Dit is de juiste mening. Dus als een kind niet tot de moslim kinderen behoorde, maar tot de anderen (de niet moslims), wordt het (kind) getest op de Dag van de Opstanding. Als het kind gehoorzaamt, dan is het een van de bewoners van het Paradijs. Maar als het (kind) niet gehoorzaamt, zal het naar de Hel gaan. Zoals de mensen waarvan de boodschap (van de profeet/profeten) hen niet heeft bereikt. Toen de Profeet, salla Allaahoe aleihi wasallam werd gevraagd naar de kinderen van de polytheïsten zei hij: Allaah Die hen schiep, weet het beste wat zij zouden doen…”. Einde citaat.
Bron
Over de betekenis van de overlevering zei El-Manaawie (overleden 1031 H):
“Dat wil zeggen dat zij (de kinderen in het Paradijs) zich vrij verplaatsen in de huizen van het Paradijs en ze worden niet verhinderd, zoals ook de (jonge) kinderen van deze wereld niet worden verhinderd om het Harem* van iemand te betreden…”.
Hij vervolgt…
…Het kind in het Paradijs wordt daarom met de vogel vergeleken, omdat het zich vaak in het Paradijs verplaatst naar waar het maar wil. Het wordt er niet van weerhouden om welke plaats dan ook te betreden”.
Bron: Faydh El-Qadier, 4/194.
*Harem: een privé plek waar vrouwen van koningen en prinsen verblijven, in een paleis.
De volgende vraag werd aan Sheych Ibn Oethaimien (overleden 2001/1421 H) gesteld:
“Bemiddelt een rechtschapen kind voor zijn ouders in het Hiernamaals? "Zo ja, hoe?”
De Sheych antwoordde:
“Wat betreft de jonge kinderen die op jonge leeftijd sterven, is het bewezen door de Profeet Allaah, salla Allaahoe aleihi wasallam die zei dat zij een schild en een bescherming tegen de hel zullen zijn voor hun ouders. Wat de volwassenen betreft, zij bemiddelen voor hun ouders in het geval dat zij toestemming (van Allaah) daarvoor krijgen. En onder de bemiddeling valt de smeekbede voor de doden.
De smeekbede voor de dode is de oorzaak voor voorspraak voor hem. Dit is in overeenstemming met de overlevering waarin de Profeet salla Allaahoe aleihi wasallam zei: “Er is geen moslimman die sterft en veertig mannen die niets met Allaah associëren (geen Shirk bedrijven) komen op voor zijn begrafenis of Allaah zal hun bemiddeling voor hem accepteren”. Dit geeft aan dat smeekbede voor een ander een bemiddeling voor hem is. Ook zei de Boodschapper van Allaah salla Allaahoe aleihi wasallam: “Als een persoon sterft, stoppen al zijn (goede) daden behalve drie:
- een doorlopende liefdadigheid;
- profijtvolle kennis die (anderen) ten goede komt;
- of een rechtschapen kind (zoon/dochter) die smeekbeden voor hem/haar (vader/moeder) verricht”.
Overgeleverd door Moeslim.
In deze overlevering vermeldde de Boodschapper van Allaah salla Allaahoe aleihi wasallam “smeekbeden” voor de dode, omdat smeekbeden doen voor de dode behoort tot voorspraak verrichten voor hem. Daarom spoor ik onze broeders aan om regelmatig te smeken voor hun ouders, of ze nu leven of dood zijn. Omdat dit de weg is van rechtschapen kinderen (om voorspraak te vragen voor hun ouders), overeenkomstig met de Woorden van Allaah de Verhevene:
Interpretatie van de betekenis van de Aayah:
{En wees zachtaardig voor hen (de ouders) als blijk van genade en zeg: Mijn Heer heb genade met hen, zoals zij mij hebben opgevoed toen ik klein was}.
Soerat El-Israa-e 24 (Qor-aan 17:24).
Bron: https://www.youtube.com/watch?v=oTwqNdCp24M
En Allaah de Verhevene weet het, het beste