Wie van de Christen en de Joden en anderen gaan er wel naar het Paradijs? En geldt het vers nr. 62 van Soerat El-Baqarah (2:62) voor deze groepen in deze tijd?
Bismi Allaah Ar-Rahmaani Ar-Rahiem (In de naam van Allaah, de Erbarmer, de Barmhartige).
Alle lof komt Allaah toe, vrede en zegeningen zij met de Boodschapper van Allaah, zijn familieleden, zijn metgezellen en degenen die zijn leiding volgen.
Allaah heeft naar elke Oemmah (gemeenschap) een boodschapper gezonden. Allaah Soebhaanahoe wata’aalaa zegt:
Interpretatie van de betekenis van het vers:
En voorzeker, Wij hebben naar iedere gemeenschap een boodschapper gezonden, met de boodschap: Aanbid Allaah (alleen) en vermijd te Taaghooet1
Soerat An-Nahl 36 (16:36).
Allaah beviel alle mensen om de profeet van hun tijd te gehoorzamen en te volgen.
Allaah Soebhaanahoe wata’aalaa zegt:
Interpretatie van de betekenis van het vers:
En Wij hebben geen boodschapper gestuurd, of hij moest gehoorzaamd worden met de toestemming van Allaah.
Soerat An-Nisaa-e 64 (4:64).
Degenen die hen gehoorzaamden en volgden, zij zijn het die die vermeld zijn in vers nr. 62 van Soerat El-Baqarah (2:62).
Maar niet iedereen heeft gehoor gegeven aan de oproep van de profeten. Veel profeten zijn verloochend, uitgescholden, uitgemaakt voor leugenaars, tovenaars, en dichters. En deze ongelovigen heeft Allaah Soebhaanahoe wata’aalaa een harde straf aangezegd. Allaah Soebhaanahoe wata’aalaa zegt:
Interpretatie van de betekenis van het vers:
En degenen die niet geloofden zeiden tegen hun boodschappers “Wij zullen jullie zeker uit ons land verdrijven, tenzij jullie naar onze religie terugkomen”. Allaah openbaarde dan: “Wij zullen de onrechtplegers zeker vernietigen”.
Soerat Ibraahiem 13 (14:13).
U vroeg naar de groepen die naar het Paradijs gaan onder de Joden en de Christenen.
Allaah heeft hen is het volgende vers genoemd:
Interpretatie van de betekenis van het vers:
Waarlijk, degenen die geloven, en degenen die Joden en Christenen zijn en de Sabiërs, degenen die in Allaah en de Laatste Dag geloven en goede daden verrichten: voor hen ligt hun beloning bij hun Heer. Zij zullen niets vrezen, noch zullen zij treuren.
Soerat El Baqarah 62 (2:62).
Zie ook vers nr. 69 van Soerat El-Maa-idah.
Uit de Tefsier van onze Selfoes-Saalih (de vrome voorgangers), vinden wij de volgende uitleg. El-Haafidh Ibn Kathier zei over dit vers:
Aboe Talha zei op gezag van Ibn Abbaas radhiya Allaahoe ‘anhoemaa dat het vers slaat op de Joden en de Christenen die in hun profeet van hun tijd geloofden en hem volgden. Het gaat hier om de Joden die de Sharie’ah van Moesaa (Mozes) ‘aleihi Salaam volgden in zijn tijd. En wie een andere Sharie’ah in de tijd van Moesaa volgde, deze werd niet van hem geaccepteerd en deze behoort tot de verliezers.
En over de Christenen die Iesaa (Jezus) aleihi Salaam in zijn tijd volgden. En wie een andere Sharie’ah in de tijd van ‘Iesaa volgde, deze werd niet van hem geaccepteerd en deze behoort tot de verliezers.
En dit gold later ook voor de Sharie’ah van Mohammed Salla Allaahoe ‘aleihi wasallam. Sinds zijn komst zijn alle eerdere geopenbaarde Sharia’s ongeldig gemaakt. Voor Alle mensen na de komst van deze laatste Profeet (Mohammed) Salla Allaahoe ‘aleihi wasallam geldt het volgende vers:
Interpretatie van de betekenis van het vers:
En wie een andere godsdienst dan de Islam zoekt, het zal niet van hem geaccepteerd worden. En hij behoort in het Hiernamaals tot de verliezers.
Soerat Aal ‘Imraan 85 (3:85).
Er zal dus van niemand een andere godsdienst geaccepteerd worden dan de Islam, nadat de laatste Profeet Mohammed Salla Allaahoe ‘aleihi wasallam naar de mensheid is gezonden. En hiermee is tegelijkertijd antwoord gegeven op de tweede vraag, namelijk of het genoemde vers ook voor de mensen (de Joden en de Christenen) van deze tijd geldt.
Het antwoord hierop luidt: nee. Lees meer in de volgende overlevering: Aboe Horayrah radhya Allaahoe ‘anhoe zei dat de Boodschapper van Allaah, Mohammed Salla Allaahoe ‘aleihi wasallam heeft gezegd:
Interpretatie van de betekenis van de overlevering:
“Bij Degene (Allaah) in Wiens Hand de ziel van Mohammed is, wie over mij hoort van deze Oemmah, of het nou een Jood of een Christen is en vervolgens doodgaat zonder te geloven in datgene waarmee ik gezonden ben, deze zal tot de bewoners van het Vuur behoren.”
Overgeleverd door Moeslim, hoofdstuk El-Iemaan.
Imam An-Nawawie rahimahoe Allaah heeft gezegd:
"Uit deze Hadieth is op te maken dat alle eerdere milal2 (godsdiensten) zijn opgeheven met de boodschap van onze Profeet (Mohammed) Salla Allaahoe ‘aleihi wasallam. De uitspraak van de Profeet Salla Allaahoe ‘aleihi wasallam: “Wie over mij hoort van deze Oemmah”: dat wil zeggen van degenen die aanwezig waren in mijn tijd en daarna, tot de Dag der Opstanding. Zij behoren allen gehoorzaam te zijn aan hem. Hij heeft hier de Joden en de Christenen genoemd als waarschuwing voor de rest (van de mensen). Omdat de Joden en de Christenen een boek hadden. En als dit zo uitpakt voor hen die al een boek hadden, dan is het voor de rest die geen boek hadden nog erger.” Einde citaat.
Bron: Uitleg Sahieh Moeslim van Imaam An-Nawawie.
En Allaah de Verhevene weet het, het beste.