Bismillaahir-Rahmaanir-Rahiem (In de naam van Allaah, de Erbarmer, de Meest Barmhartige).
Alle lof komt Allaah toe, vrede en zegeningen zij met de Boodschapper van Allaah, zijn familieleden, zijn metgezellen en degenen die zijn leiding volgen.
Allereerst, het is voor de moslim(a) verplicht om zich neer te leggen bij het oordeel van Allaah Soebhaanahoe wa Ta’aalaa en dat van Zijn Boodschapper Mohammed salla Allaahoe aleihi wasallam.
Allaah Soebhaanahoe wa Ta’aalaa zegt:
De woorden van de gelovigen, wanneer zij uitgenodigd worden naar Allaah en Zijn Boodschapper om tussen hen te oordelen, zijn slechts dat zij zeggen: Wij luisteren en wij gehoorzamen. En zij zijn degenen die succesvol zijn.¹
In een andere Aayah:
{En het schikt een gelovige man en een gelovige vrouw niet, wanneer Allaah en Zijn Boodschapper een besluit over een zaak hebben genomen, om een (andere) keuze te maken in hun zaak. En wie Allaah en Zijn Boodschapper ongehoorzaam is, is zeker duidelijk afgedwaald}.²
En in een andere Aayah:
{Maar nee, bij jouw Heer, zij zullen niet geloven, totdat zij jou (o Mohammed) over al hun geschillen laten oordelen en in zichzelf geen aarzeling vinden tegen wat jij oordeelt en zij zich geheel zullen onderwerpen}.³
Zie de Profeet Ibrahim aleihis-Salaam, toen hij de opdracht van Allaah heeft ontvangen om zijn zoon Ismail aleihis-Salaam te offeren, heeft niet aan Allaah gevraagd waarom of hoe, maar ook niet om uitleg gevraagd. Maar hij wilde de opdracht van Allaah gewoon uitvoeren. Noch weigerde zijn zoon Ismail aleihis-Samlaam (het offer zelf) de opdracht van Allaah, noch heeft hij deze verworpen, noch was hij bang voor het besluit van Allaah. Hij zei tegen zijn vader slechts: “Doe Wat Allaah u bevolen heeft”.
In Soerat As-Saaffaat zei Allaah Soebhaanahoe wa Ta’aalaa:
{Toen hij (Ismail) de leeftijd bereikte om samen met hem (zijn vader Ibrahim) erop uit te trekken (om zijn vader Ibrahim) te helpen om de kost te winnen, zei hij (Ibrahim) : om mijn zoon, waarlijk ik heb in een droom gezien dat ik jou offer. Kijk wat jij daarvan vindt? Hij Ismail zei: O mijn vader, doe wat u bevolen is, u zult mij, in shaa Allaah, tot de geduldigen aantreffen}.⁴
De wijsheid achter het feit dat voor een jongen twee schapen worden geslacht en voor een meisje een schaap, is omdat een bepaalde voorkeur voor de man boven de vrouw bestaat. Dit is duidelijk te waarnemen in de volgende zaken:
1- De mannen zijn de toezichthouders van hun vrouwen. Allaah Soebhaanahoe wa Ta’aalaa zei:
{De mannen zijn de toezichthouders (zie ook de onderhouders) van de vrouwen omdat Allaah de ene boven de andere heeft bevoorrecht en omdat zij (de mannen) van hun bezittingen uitgeven (om de vrouwen te onderhouden)}.⁵ Ibn Kathier zei: Ali ibn Abie Talha zei op gezag van Ibn Abbas radhiya Allaahoe ‘anhoem: {De mannen zijn de toezichthouders (onderhouders) van de vrouwen}: betekent:
Zij zijn leiders over hen en dat zij hen moeten gehoorzamen, in datgene Allaah heeft bevolen. Zij (de vrouw) hoort hem te gehoorzamen door goed om te gaan met zijn familie en goed te zorgen voor zijn eigendommen”. Ibn Kathier vervolgt: “Dit is ook de mening van Moeqaatil, Assoeddie en Adhahhaak ”.⁶
2- Bij het overlijden van haar vader, heeft de ervende dochter recht op de helft van haar broer betreffende de erfenis. Allaah de Verhevene zegt:
{Allaah beveelt jullie bij het verdelen van de erfenis onder jullie kinderen dat het deel van de zoon gelijk is aan het deel van twee dochters}.⁷ En dit komt doordat de man de kostwinner van zijn gezin is en moet zijn. De vrouw is in de Islaam gevrijwaard om te gaan werken en haar man moet voor huisvesting en onderhoud zorgen maar de vrouw niet. Het deel wat de vrouw van haar erfenis heeft, is haar eigendom. Terwijl datgene de man ontvangt van de erfenis aan het hele gezin toekomt. De vrouw hoeft haar deel niet uit te geven, terwijl de man wel, vandaar dat hij het dubbel van de vrouw krijgt in de erfenis. Sterker nog, wanneer de vrouw rijk is en geld heeft om het uit te geven als Zakaat, mag zij het aan haar arme man geven, terwijl de man geen Zakaat aan zijn vrouw of kinderen mag geven: hij moet hen gewoon onderhouden.
3-Allaah is De Schepper, De Bezitter, De Bestuurder en Onderhouder van de hele schepping. Niemand mag vragen waarom Allaah iets doet of laat in Zijn Eigen Koninkrijk.
Allaah Soebhaanahoe wa Ta’aalaa zegt:
{Hij wordt niet ondervraagd over wat Hij doet, terwijl zij (de mensen) wel ondervraagd worden}.⁸ En dit vereist van elke monotheïst, die zich heeft onderworpen aan Allaah, een sterke geloof moet hebben dat Allaah:
- De Enige Schepper;
- De Enige Bezitter;
- De Enige Bestuurder;
- De Enige Onderhouder van de schepping is;
- De Enige Die tot leven wekt en de dood veroorzaakt;
- De Enige Heer Die het recht heeft om aanbeden te worden. Alles wat buiten Hem is, is geschapen, behoeftig en onderworpen aan Allaah Soebhaanahoe wa Ta’aalaa. Dus hoe kan nu een mens zich afvragen waarom Allaah Soebhaanahoe wa Ta’aalaa iets doet, bepaalt of verandert in Zijn eigen Koninkrijk? Dit is El hamdoe lillaah duidelijk!
4-Wanneer wij de Hikmah (de wijsheid) achter een bepaling van Allaah Soebhaanahoe wa Ta'aalaa komen te weten, dan is dat goed. Wij loven Allaah daarvoor. Zo niet, dan is dit voor ons verborgen of het ligt aan onze botte verstand, die overigens niet is geschapen om over het besluit van Allaah te oordelen.
De geleerden van het Permanent Comité zeiden: "Het is geen geheim dat de plicht van een moslim is om te doen wat hij kan doen onder de bevelen, en om alle verboden te laten. Of hij nu de wijsheid daar achter begrijpt of niet, doet er niet toe. Dit moet gepaard gaan met het sterke geloof dat Allaah alleen datgene ten bate voor de dienaren komt, beveelt. En dat alles wat Hij (Allaah) verboden voor hen heeft, is voor hen schadelijk. Al Zijn wetten zijn volgens een bepaalde wijsheid, die Hij alleen weet, verordineerd. Verheven is Hij. Hij (Allaah) laat zien (verduidelijkt) aan hen (de mensen) wat Hij (van hen) wil, zodat de gelovige zijn geloof zal versterken. In andere gevallen verbergt Hij voor hen wat Hij wil, zodat de gelovige dit aan Allaah de Almachtige overlaat, en dit versterkt ook zijn geloof”⁹.
En Allaah de Verhevene weet het beste.