Terug naar artikelen

Regelgeving van muziek en muziekinstrumenten

Bismillaahir-Rahmaanir-Rahiem (In de naam van Allaah, de Erbarmer, de Meest Barmhartige).
Alle lof komt Allaah toe, vrede en zegeningen zij met de Boodschapper van Allaah, zijn familieleden, zijn metgezellen en degenen die zijn leiding volgen.

Zoals bekend is bij Ahloes Soennah vanaf de tijd van de Sahaabah tot op heden en de Dag des oordeels, zijn de muziekinstrumenten en maken van muziek Haraam.
Er zijn tal van bewijzen uit de Qor-aan en Soennah die dit bevestigen.

Allaah de Verhevene zegt:

{وَمِنَ النَّاسِ مَن يَشْتَرِي لَهْوَ الْحَدِيثِ لِيُضِلَّ عَن سَبِيلِ اللَّهِ بِغَيْرِ عِلْمٍ وَيَتَّخِذَهَا هُزُوًا أُوْلَئِكَ لَهُمْ عَذَابٌ مُّهِينٌ}. سورة لقمان 6.

Interpretatie van de betekenis van de Aayah:

{En onder de mensen zijn er die ijdel gepraat kopen om anderen daarmee te doen afdwalen van de Weg van Allaah, zonder kennis. Zij nemen de verzen uit de Qor-aan als mikpunt van spotternij. Zij zijn degenen voor wie er een vernederende straf is}.

Soerat Loeqmaan 6 (Qor-aan 31:6).

Ibn Djarier At-Tabarie zei dat Aboe Assahbaa El-Bakrie Abdoe Allaah In Mas’oed radiya Allaahoe ‘anhoe over bovenstaande Aayah heeft horen zeggen:
“Het zingen, bij Allaah naast Wie geen andere god bestaat” en hij herhaalde het drie keer.

Uit Tafsier At-Tabarie

Aboe ‘Aamir El-Ash’arie radhiya Allaahoe anhoe heeft verhaald dat de Profeet salla Allaahoe aleihi wasallam zei:

"لَيَكُونَنَّ من أمَّتِي أقوامٌ يَستحِلُّون الحِرَ والحريرَ والخمرَ والمعازفَ".

رواه البخاري

Interpretatie van de betekenis van de overlevering:

“Voorzeker, er zullen onder mijn Oemmah (gemeenschap) mensen zijn die overspel, zijde (voor mannen), alcohol en muziekinstrumenten toestaan”*.

Overgeleverd door El-Boekhaarie.

*“Zullen toestaan”: (zullen Halaal verklaren nadat deze bekend waren als Haraam).

Deze Hadieth geeft aan dat alle muziekinstrumenten verboden zijn.

Echter zijn er andere Ahaadieth die het toestaan van het slaan op de Doeff aangeven. Dit kan bij sommige gelegenheden, zoals bij feesten, bruiloften e.d.
Een Doeff mag overigens geen rinkels en snaren hebben.

Aisha radhiya Allaahoe ‘anhaa zei dat Aboe Bakr, radihya Allaahoe ‘anhoe binnenkwam terwijl zij (Aisha) twee meisjes op bezoek had, tijdens de dagen van Mina. Zij klapten en sloegen, terwijl de Profeet, salla Allaahoe aleihi wasallam bedekt was in zijn kleren.
Aboe Bakr berispte hen dus, maar de Profeet, salla Allaahoe aleihi wasallam, verwijderde het kleed van zijn gezicht en zei:
"Laat hen, O Abaa Bakr want dit zijn de dagen van El-‘Ied en die dagen zijn de dagen van Minen (de dagen na het offerfeest)".

Overgeleverd door El Boekhaarie en Moeslim.

Ar-Robayyi’ Bint Moe’awwadh radhiya Allaahoe ‘anhaa zei tegen Khalid Ibn Dhikwaan radhiya Allaahoe ‘anhoe:
“De Profeet salla Allaahoe aleihi wasallam kwam naar mij op onze bruiloftsdag en zat op mijn bed zoals jij nu zit, terwijl kleine meisjes op de Doeff aan het slaan waren.
Zij zongen een treurlied over mijn vader, die gedood was op de dag van Badr (de slag van Badr).
Toen zei één van de meisjes:
En onder ons is er een Profeet die weet wat er morgen gaat gebeuren”.

De Profeet salla Allaahoe aleihi wasallam zei tegen haar:
Zeg dit niet, maar ga verder met wat je hiervoor zei (zong).”

Maar ondanks dat het toegestaan is om op de Doeff te slaan, is deze alleen voor vrouwen toegestaan. ​​En wie dat onder mannen doet, behoort dit tot het imiteren van de vrouwen en dat is een van de grote zonden.

Sheych El-Islaam Ibn Taymiyyah zei:
“…Maar de Profeet salla Allaahoe aleihi wasallam stond bepaalde vormen van amusement toe tijdens bruiloften en dergelijke. Hij stond voor de vrouwen toe op bruiloften en feesten om op de Doeff te slaan (te klappen). Wat de mannen in zijn tijd betreft, was er niemand onder hen die sloeg op de Doeff of klapte in zijn handen. Sterker nog, er is overgeleverd in de Sahieh dat hij (de Profeet) zei: “Het klappen (in handen) is toegestaan voor vrouwen, en de Tasbieh voor mannen. En hij vervloekte de vrouwen die de mannen imiteren en de mannen die de vrouwen imiteren”.
En omdat het zingen en op de Doeff slaan vrouwenwerk is, noemden de vrome voorgangers de mannen die dat deden “verwijfde” mannen. En ze noemden de zingende mannen “verwijfde” mannen. En dit is terug te vinden in hun woorden”.

Majmoe’ Fataawaa 11/565-566.

“Verwijfde” mannen: zijn mannen die een gedrag vertonen dat men doorgaans zou verwachten bij vrouwen.

Ibn Hajar zei:
“In de sterke Ahaadieth wordt er toestemming gegeven aan vrouwen. Dus mannen sluiten zich niet bij hen aan, vanwege het algemene verbod om hen te imiteren”.

Fath El-Baarie 9/226.

Sheych Ibn Baaz zei:
“De toestemming voor de vrouwen is om uitsluitend de Doeff te gebruiken. Wat mannen betreft, het is voor hen niet toegestaan ​​om dat te gebruiken, noch op bruiloften, noch op andere momenten. In plaats daarvan is het voor de mannen trainen op oorlogsmachines toegestaan, zoals het schieten, wedstrijden met paardrijden, enzovoort”.

Islamic University Journal, tweede jaar, blz. 185-186.

In andere Fatwaa zei Sheych Ibn Baaz:

“Hij die beweert dat Allaah liederen (zang) en muziekinstrumenten heeft toegestaan, deze heeft een leugenachtige spraak en een grote ontkenning van de waarheid gezegd. We vragen Allaah om bescherming tegen gehoorzaamheid aan begeerte en de Shaytaan”.

Bron:
Majmoe’ El Fataawaa 3/424.

 

De zuivere Islaam
Volgens het begrip van de vrome voorgangers
Doneren